Psychotherapie is een behandelmethode voor psychische problemen en stoornissen, waarbij gesprekken met een therapeut centraal staan. Het richt zich op het veranderen van gedachten, gevoelens en gedrag door het ontwikkelen van nieuwe inzichten en vaardigheden. Psychotherapie biedt een veilige omgeving om moeilijke ervaringen te verwerken en te leren omgaan met emotionele onrust.
Psychotherapie kan helpen bij het overwinnen van eetstoornissen door het aanpakken van de onderliggende psychologische factoren. Het helpt mensen hun gedachten en gevoelens over voedsel en hun lichaam te herkennen en te veranderen, en leert hen gezonde copingmechanismen te ontwikkelen voor het reguleren van emoties en stress.
De zes beste psychotherapieën voor eetstoornissen zijn:
- Cognitieve-gedragstherapie (CGT)
- Interpersoonlijke psychotherapie (IPT)
- Gezinsgebaseerde therapie (FBT)
- Dialectische gedragstherapie (DGT)
- Schematherapie (ST)
- Oefeningen voor het Vrijlaten van Spanning en Trauma’s (TRE)
Niet alle therapieën werken voor iedereen met eetstoornissen. Bijvoorbeeld, sommige mensen reageren niet op CGT vanwege diepgewortelde trauma’s die een andere aanpak vereisen. Onderzoek, zoals dat van Becker, A., Grinspoon, S., Klibanski, A., & Herzog, D. (2019) in “The New England journal of medicine”, toont aan dat eetstoornissen vaak onbehandeld blijven bij adolescenten en jonge vrouwen, met medische complicaties tot gevolg. Psychotherapie is cruciaal voor een effectieve behandeling.
1. Cognitieve-gedragstherapie (CGT)
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie die zich richt op het identificeren en uitdagen van negatieve denkpatronen en maladaptieve gedragingen. Het doel is om individuen te helpen bij het ontwikkelen van gezondere overtuigingen en attitudes.
CGT focust op het aanleren van vaardigheden om met verschillende situaties om te gaan, door het veranderen van gedachten en gedragingen die bijdragen aan de handhaving van psychische problemen. Deze therapie is ontworpen om aan te pakken en te veranderen van kerncognitieve vervormingen die bijdragen aan de ontwikkeling van stoornissen, door te werken aan het herkennen van triggers die leiden tot disfunctioneel eetgedrag en het ontwikkelen van copingstrategieën.
CGT kan mensen met eetstoornissen op verschillende manieren helpen. Het helpt bij het identificeren en uitdagen van vervormde gedachten over voedsel, lichaam en gewicht. Door te focussen op de relatie tussen gedachten, gevoelens en gedragingen, helpt CGT individuen om negatieve zelfbeelden en de drang naar voedselcontrole te herkennen en te veranderen.
Het leert vaardigheden om triggers te herkennen die leiden tot eetbuien of restrictief eetgedrag en biedt strategieën om deze op een gezondere manier aan te pakken. CGT is aangepast om de specifieke behoeften van mensen met eetstoornissen te behandelen, wat resulteert in een verbeterde aanpak, genaamd Enhanced Cognitive Behavior Therapy (CBT-E).
Volgens het onderzoek van Fairburn et al. (2015) is CBT-E effectiever in het behandelen van eetstoornissen dan interpersoonlijke psychotherapie, met een hogere remissiegraad en een langzamere respons. Dit toont aan dat CBT-E specifiek is ontworpen en getoond effectief is in het aanpakken van de psychopathologie en diverse presentaties van eetstoornissen, wat leidt tot verbeterde uitkomsten en herstel.
2. Interpersoonlijke psychotherapie (IPT)
Interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is een vorm van behandeling die zich richt op de interpersoonlijke relaties van het individu. Het herkent de significante rol die sociale interacties spelen bij het ontstaan en in stand houden van psychische problemen. IPT concentreert zich voornamelijk op vier sleutelgebieden: rouw, interpersoonlijke rolconflicten, rolveranderingen en interpersoonlijke tekorten.
Door zich te focussen op deze gebieden, streeft IPT ernaar de communicatievaardigheden te verbeteren, de manier waarop individuen zich voelen en functioneren in hun relaties te verbeteren en uiteindelijk bij te dragen aan een beter algemeen welzijn.
Bij mensen met eetstoornissen kan IPT bijzonder nuttig zijn. Deze therapie helpt door de negatieve sociale evaluatie aan te pakken, die zowel een oorzaak als een bijdragende factor is voor de symptomen van de stoornis. Door zich te richten op de interpersoonlijke dynamiek en de gebeurtenissen die bijdragen aan het ontstaan van de eetstoornis, helpt IPT individuen om gezondere relaties op te bouwen en te onderhouden. Dit kan leiden tot een vermindering van de eetstoornissymptomen door het aanpakken van de onderliggende interpersoonlijke problemen die bijdragen aan de stoornis.
Daarnaast bevordert IPT het leggen van verbindingen tussen de uitdagingen in interpersoonlijke relaties en de eetstoornis, wat kan leiden tot significante verbeteringen in het herstelproces.
Volgens het onderzoek van Rieger, E., Buren, D., Bishop, M., Tanofsky-Kraff, M., Welch, R., & Wilfley, D. (2010) in “Clinical psychology review”, is een op eetstoornissen gerichte model van interpersoonlijke psychotherapie (IPT-ED) effectief in het behandelen van eetstoornissen door zich specifiek te richten op negatieve sociale evaluatie. Dit onderstreept de effectiviteit van IPT bij het adresseren en verbeteren van de kernproblemen die bijdragen aan eetstoornissen.
3. Gezinsgebaseerde therapie (FBT)
Gezinsgebaseerde therapie (Family-based therapy, FBT) is een behandelvorm gericht op gezinnen, specifiek ontworpen om individuen, voornamelijk adolescenten, met eetstoornissen te helpen. Deze therapie benadrukt de cruciale rol van het gezin bij het herstelproces. FBT is gestructureerd, volgt een handleiding en wordt doorgaans ambulant aangeboden, maar kan ook deel uitmaken van residentiële of ziekenhuisprogramma’s.
Het unieke aan FBT is dat het ouders een actieve en centrale rol geeft in het herstelproces van hun kind, waarbij ze helpen bij het herstellen van gezonde eetpatronen, het onderbreken van verstoord eetgedrag en het geleidelijk teruggeven van de controle over het eten aan de adolescent als deze vordert.
FBT helpt mensen met eetstoornissen door een ondersteunende en niet-veroordelende omgeving te bieden waarin vroege veranderingen in eetstoornisgerelateerd gedrag worden bevorderd. Het richt zich op het herstellen van een gezond gewicht en het normaliseren van eetpatronen bij adolescenten met anorexia nervosa en bulimia nervosa.
Ouders spelen een actieve rol bij het plannen en toezicht houden op maaltijden, wat essentieel is voor het herstel. FBT gaat uit van het principe dat herstel het best in de thuisomgeving kan plaatsvinden, met de steun van het gezin. Het helpt families om de uitdagingen van eetstoornissen te navigeren, bevordert begrip van de aandoening en werkt effectief aan het voorkomen van terugval.
Volgens het onderzoek van Jewell et al. (2016) is op eetstoornissen gerichte gezinstherapie een effectieve behandeling voor adolescenten met anorexia nervosa en boulimia nervosa. Het biedt een ondersteunende en niet-veroordelende omgeving en bevordert vroege verandering in eetstoornisgerelateerd gedrag.
4. Dialectische gedragstherapie (DGT)
Dialectische gedragstherapie (DGT) is een gestructureerde, psychotherapeutische behandeling die zich richt op het aanleren van vaardigheden om emoties te reguleren, maladaptief gedrag te beheersen en interpersoonlijke relaties te verbeteren. DGT combineert principes van gedragstherapie met elementen van mindfulness en acceptatie, en legt nadruk op de dialectiek van acceptatie en verandering. Deze therapie is bijzonder effectief in het behandelen van individuen met complexe psychische stoornissen, waaronder borderline persoonlijkheidsstoornis en, zoals onderzoek aantoont, eetstoornissen.
DGT kan mensen met eetstoornissen op meerdere manieren helpen. Door vaardigheden aan te leren om emoties te reguleren, kunnen individuen leren om niet langer te reageren op emotionele onrust met disfunctionele eetgedragingen zoals binge-eating of vasten. DGT helpt ook bij het aanpakken van de vervormde gedachten die ten grondslag liggen aan hun eetstoornissen, waardoor patiënten gezondere manieren kunnen ontwikkelen om met hun lichaam en voedsel om te gaan. Daarnaast biedt DGT strategieën voor het verbeteren van interpersoonlijke relaties, wat cruciaal is omdat sociale steun een sleutelrol speelt in het herstelproces.
Studies, waaronder het onderzoek van Bankoff, S., Karpel, M., Forbes, H., & Pantalone, D. (2012) in Eating Disorders, hebben aangetoond dat DGT effectief is in het verminderen van eetstoornisgedrag en psychopathologie. Hoewel de impact op emotieregulatie minder duidelijk is, blijkt uit onderzoek dat DGT een significante bijdrage kan leveren aan de behandeling van eetstoornissen door het bieden van de nodige vaardigheden om met emotionele uitdagingen om te gaan, uiteindelijk ondersteunend in de herstelreis van individuen.
5. Schematherapie (ST)
Schematherapie (ST) is een vorm van psychotherapie die zich richt op het identificeren en aanpakken van diepgewortelde maladaptieve patronen van denken, voelen en gedragen, die hun oorsprong vinden in de vroege jeugd. Deze patronen, bekend als schema’s, dragen bij aan de ontwikkeling van psychologische problemen. ST richt zich op het uitdagen van deze schema’s, het bevorderen van gezondere copingmechanismen en adaptievere manieren van omgaan met zichzelf en anderen. Het doel is om individuen te helpen hun gedrag en gedachten te veranderen en uiteindelijk positievere relaties en psychologisch welzijn te ontwikkelen.
Schematherapie kan mensen met eetstoornissen effectief helpen door zich te richten op de onderliggende cognitieve en emotionele patronen die hun disfunctionele eetgedrag en lichaamsbeeld aansturen. Door het verkennen en wijzigen van diepgewortelde overtuigingen en gedachten die bijdragen aan de handhaving van de eetstoornis, biedt ST een uitgebreide benadering voor de behandeling. Het helpt individuen om gezondere relaties met voedsel en hun lichaam te ontwikkelen, emotionele copingmechanismen te verbeteren en uiteindelijk een duurzaam herstel en verbeterd psychologisch welzijn te bereiken.
Volgens het onderzoek van Joshua, P., Lewis, V., Kelty, S., & Boer, D. (2023) in “Cognitive Behaviour Therapy”, is schematherapie effectief in het verminderen van symptomen en gedragingen van eetstoornissen bij volwassenen, met name bij diegenen die ernstige en langdurige vormen ervaren.
6. Oefeningen voor het Vrijlaten van Spanning en Trauma’s (TRE)
Oefeningen voor het Vrijlaten van Spanning en Trauma’s (TRE) is een therapievorm ontwikkeld door Dr. David Berceli, gericht op het vrijlaten van fysieke spanning en trauma opgeslagen in het lichaam. Deze techniek maakt gebruik van een reeks oefeningen die het natuurlijke tril- en schudmechanisme van het lichaam activeren om stress en spanning te verminderen. TRE bevordert ontspanning van gespannen spieren, streeft naar het herstellen van evenwicht in het zenuw- en spierstelsel, en biedt een unieke benadering voor het ondersteunen van het genezingsproces.
TRE kan mensen met eetstoornissen op meerdere manieren helpen. Deze stoornissen, vaak gekenmerkt door disfunctionele eetpatronen, kunnen deels voortkomen uit onverwerkte emotionele spanning en trauma. Door zich te richten op het fysiek vrijlaten van deze spanning, kan TRE bijdragen aan het verminderen van de drang naar disfunctioneel eetgedrag.
De oefeningen ondersteunen het herstel van een gezondere verbinding met het lichaam, wat cruciaal is voor het aanpakken van de onderliggende oorzaken van eetstoornissen. Door het bevorderen van ontspanning en het herstellen van evenwicht in het lichaam, biedt TRE een ondersteunende tool die, in combinatie met andere therapieën, kan bijdragen aan een algehele verbetering van het welzijn bij mensen met eetstoornissen.
Welke psychotherapie werkt niet goed voor eetstoornissen?
Wilson, Grilo en Vitousek (2007) in “Psychological treatment of eating disorders” benadrukken dat hoewel evidence-based psychologische behandelingen voor eetstoornissen aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt, er meer onderzoek nodig is. Dit geldt vooral voor het aanpassen van behandelingen aan een breder scala van stoornissen, adolescenten en chronische gevallen die resistent zijn tegen behandeling.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) werkt goed voor boulimia nervosa (BN) en binge-eating disorder, waarbij ongeveer de helft van de individuen abstinent wordt. Echter, voor anorexia nervosa en andere eetstoornissen is het bewijs minder overtuigend. Een aanzienlijk deel van de patiënten met BN reageert niet op CGT en de uitval is aanzienlijk.
Interpersoonlijke psychotherapie, hoewel effectief voor BN op lange termijn, werkt typisch langzamer dan CGT. Voor anorexia nervosa zijn de gevestigde behandelingen minder effectief, met een hoge proportie van individuen die niet reageren op de standaardbehandelingen.
Dit suggereert dat, ondanks significante vooruitgang, de huidige behandelingen niet universeel effectief zijn voor alle eetstoornissen of individuen. Er is een dringende behoefte aan onderzoek naar alternatieve en aangepaste behandelingen, vooral voor diegenen die niet reageren op de typische benaderingen.
Welke andere behandelingen zijn er voor eetstoornissen naast therapie?
Andere behandelingsbenaderingen voor eetstoornissen naast therapie omvatten het werken met een geregistreerde diëtist om een gebalanceerd maaltijdplan te ontwikkelen en een gezond eetpatroon te vestigen. Voedingsadvies kan individuen helpen hun eetgedrag te beheren en de algehele gezondheid te verbeteren.
Medicatie kan ook worden voorgeschreven om symptomen van mentale aandoeningen die vaak samengaan met eetstoornissen te behandelen, zoals depressie of angst. Regelmatige monitoring van fysieke complicaties en risico’s is essentieel, aangezien eetstoornissen geassocieerd kunnen zijn met ernstige gezondheidsproblemen.
Het deelnemen aan steungroepen biedt individuen de kans om ervaringen te delen en emotionele steun te ontvangen, wat het gevoel van isolatie kan verminderen. Het incorporeren van mindfulness-technieken, zoals diepe ademhalingsoefeningen, kan helpen bij het bevorderen van een gezondere relatie met voedsel en het verminderen van stress.
Een gecombineerde aanpak die deze elementen integreert, kan een meeromvattende en holistische strategie bieden voor het beheren en herstellen van eetstoornissen.
Wat is therapie versus counseling?
Therapie en counseling zijn beide vormen van professionele hulp bij mentale gezondheidsproblemen, maar verschillen in focus, diepgang en duur.
Counseling richt zich meestal op specifieke problemen, stress of periodes van crisis, en helpt individuen door te praten en copingstrategieën te ontwikkelen. Het is vaak beperkt in tijd, met een duidelijk doel en kan zaken als huwelijksproblemen of stress aanpakken.
Therapie daarentegen, duikt dieper in complexe patronen, onderliggende redenen van problemen en focust op het begrijpen en aanpakken van langdurige kwesties. Het vereist meestal meer sessies, geleid door een professional getraind in geestelijke gezondheid, en kan een breder scala aan problemen behandelen, inclusief het ontwikkelen van strategieën voor langdurige coping.
Counseling kan overgaan in therapie als er diepere kwesties geïdentificeerd worden.
Hoe vind je een goede therapeut die gespecialiseerd is in eetstoornissen?
Om een goede therapeut te vinden die gespecialiseerd is in eetstoornissen, kun je verschillende stappen ondernemen.
Begin met online zoeken naar therapeuten die ervaring hebben met eetstoornissen. Gebruik professionele websites en directories die gespecialiseerde therapiediensten aanbieden. Deze bronnen bieden uitgebreide lijsten op basis van locatie en specialisatie.
Vraag je huisarts of andere zorgverleners om een doorverwijzing. Zij kennen vaak gekwalificeerde therapeuten. Check nationale en lokale organisaties en verenigingen die zich richten op eetstoornissen; zij bieden vaak lijsten van aanbevolen therapeuten.
Zorg ervoor dat de therapeut ervaring heeft met de behandeling van eetstoornissen en bekend is met benaderingen zoals cognitieve gedragstherapie. Het is belangrijk een therapeut te kiezen die gekwalificeerd is en de juiste ondersteuning en behandeling kan bieden.