Eetbuistoornis, in het Engels bekend als Binge Eating Disorder en afgekort als BED, is een erkende eetstoornis, gekenmerkt door terugkerende episodes van overmatige voedselconsumptie zonder compenserend gedrag zoals braken of overmatig sporten. Personen met Eetbuisstoornis ervaren vaak schuld, schaamte en een gebrek aan controle over hun eetgedrag. Eetbuisstoornis verschilt van andere eetstoornissen door de afwezigheid van regelmatige compensatiemaatregelen.
Eetbuistoornis komt voor bij zowel mannen als vrouwen, over alle leeftijdsgroepen, maar begint meestal in de late adolescentie of jonge volwassenheid. De prevalentie varieert wereldwijd, maar wordt geschat op ongeveer 2% van de algemene bevolking, hoewel dit percentage hoger ligt in bepaalde subgroepen, zoals mensen met obesitas. Eetbuisstoornis heeft een enorme impact op de fysieke en mentale gezondheid, waaronder een verhoogd risico op obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten, en mentale gezondheidsproblemen zoals depressie en angst. De sociale impact is ook groot, met stigma en discriminatie die vaak gepaard gaan met de aandoening.
Historisch gezien werd eetbuistoornis pas in de late 20e eeuw officieel erkend als een afzonderlijke eetstoornis. Voor die tijd werden symptomen van eetbuistoornis vaak verkeerd begrepen of niet serieus genomen. De opname van eetbuistoornis in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) door de American Psychiatric Association in 2013 markeert een cruciaal moment in de erkenning en het begrip van de stoornis. Onderzoek naar eetbuistoornis is sindsdien aanzienlijk toegenomen, wat heeft geleid tot beter inzicht in de onderliggende oorzaken, prevalentie in verschillende populaties, en effectieve behandelmethoden.
Ondanks deze vooruitgang blijft de maatschappelijke perceptie van eetbuistoornis en andere eetstoornissen een probleem, met veel mensen die nog steeds niet de nodige steun en behandeling ontvangen. Het onderscheid tussen eetbuistoornis en andere eetstoornissen, zoals anorexia nervosa en boulimia nervosa, is belangrijk voor een juiste diagnose en behandeling. Eetbuisstoornis onderscheidt zich door de frequentie en aard van eetbuien, het gebrek aan compenserend gedrag, en de diepe gevoelens van schuld en schaamte die patiënten ervaren.
Wanneer werd de eetbuistoornis voor het eerst erkend?
Eetbuisstoornis werd midden 20e eeuw als een duidelijk patroon van eetstoornissen herkend. Psychiaters merkten een patroon op waarbij mensen grote hoeveelheden voedsel consumeerden op een onregelmatige basis, vaak ‘s nachts of in bed. Deze aandoening werd in 1992 formeel erkend toen Spitzer en collega’s voorlopige criteria voorstelden voor een nieuwe eetstoornis, eetbuistoornis ofwel Binge Eating Disoreder (BED), als een aparte diagnose. Dit markeerde een belangrijk moment omdat het toeliet dat behandelingen specifiek voor eetbuistoornis onder dekking van de zorgverzekeringen vielen.
Yanovski, Marcus, Wadden en Walsh beschreven in 2015 in “The Questionnaire on Eating and Weight Patterns-5: an updated screening instrument for binge eating disorder” in The International Journal of Eating Disorders, hoe eetbuistoornis in de loop der jaren is onderzocht en beter wordt begrepen. Hun werk onderstreept het belang van erkenning en behandeling van eetbuistoornis als een opzichzelfstaande en ernstige aandoening.
Hoe is het concept van eetbuien geëvolueerd?
Het begrip van eetbuien is in de loop der tijd geëvolueerd, waarbij vroege observaties overmatige voedselconsumptie beschreven als een symptoom in plaats van een afzonderlijke stoornis. Aanvankelijk werd het eten van grote hoeveelheden voedsel in korte tijd niet als een uniek probleem gezien, maar eerder als onderdeel van andere aandoeningen. Stress en emotionele problemen werden vaak gelinkt aan deze episodes.
De Amerikaanse psychiater Albert Stunkard speelde een cruciale rol in het identificeren van eetbuien als een apart patroon. In 1959 introduceerde hij de term ‘binge eating’, waarbij hij individuen beschreef die enorme hoeveelheden voedsel consumeerden, vaak ‘s nachts, zonder de daaropvolgende purgerende acties die geassocieerd worden met aandoeningen zoals boulimia. Deze episodes werden gekenmerkt door een gebrek aan controle en werden gevolgd door gevoelens van schuld of schaamte.De formele erkenning van eetbuien als een afzonderlijke stoornis kwam echter pas veel later.
Het werd voor het eerst genoemd in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) van de American Psychiatric Association (APA) als een kenmerk van een andere eetstoornis, maar niet als een opzichzelfstaande aandoening. Het duurde tot de release van de DSM-5, voordat eetbuistoornis officieel erkend werd als een opzichzelfstaande eetstoornis. Deze erkenning maakte het mogelijk voor individuen die aan eetbuistoornis lijden om de noodzakelijke behandeling te ontvangen. Het toevoegen van eetbuistoornis als een erkende stoornis hielp bij het verhogen van het bewustzijn en begrip voor deze aandoening.
Wanneer werd eetbuistoornis officieel erkend als een opzichzelfstaande stoornis?
Eetbuisstoornis werd officieel erkend als een opzichzelfstaande diagnose in 2013 met de opname in de DSM-5. Deze erkenning markeerde een belangrijke stap voor mensen met deze eetstoornis. Voorheen, zonder officiële diagnose, worstelden velen om de nodige hulp te krijgen. De opname in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, de vijfde editie, voegde legitimiteit toe aan de aandoening.
Dit maakte het mogelijk voor behandelingen om door de verzekering gedekt te worden. Het erkennen als een opzichzelfstaande stoornis hielp ook bij het vergroten van het algemene bewustzijn en begrip, waardoor de weg vrijgemaakt werd voor specifieke behandelmethoden.
Hoe vaak komt eetbuistoornis voor?
De prevalentie van eetbuistoornis verwijst naar hoe wijdverspreid de aandoening is over verschillende bevolkingsgroepen en demografieën. Volgens onderzoek van Kessler et al. (2013) is de prevalentie van eetbuistoornis hoger dan die van boulimia nervosa (0,8% tegenover 0,4-1,0%) in 14 voornamelijk hogere midden- en hoge-inkomenslanden. Dit onderstreept de significantie van de stoornis als een wereldwijd gezondheidsprobleem.
De eetbuistoornis komt voor bij ongeveer 2,8 miljoen Amerikaanse volwassenen op enig moment in hun leven, wat aangeeft dat het een veelvoorkomende aandoening is. Er zijn belangrijke verschillen in prevalentie tussen mannen en vrouwen; vrouwen ervaren de stoornis bijna twee keer zo vaak als mannen. Bij kinderen wordt de stoornis ook gediagnosticeerd, hoewel minder vaak, wat wijst op een ongezonde relatie met voedsel die al op jonge leeftijd begint. Deze verschillen in voorkomen zijn cruciaal voor het ontwikkelen van gerichte behandelingsstrategieën.
Hoe vaak komt eetbuistoornis voor in de algemene bevolking?
Eetbuisstoornis is een van de meest voorkomende eetstoornissen en treft een groot percentage van de bevolking. Geschat wordt dat bijna 2,8 miljoen mensen in de Verenigde Staten alleen al aan eetbuistoornis lijden, wat het meer voorkomend maakt dan anorexia en boulimia samen. eetbuistoornis treft zowel mannen als vrouwen, maar vrouwen ervaren het vaker. De mediane leeftijd waarop eetbuistoornis begint, is 21 jaar, hoewel het op elke leeftijd kan beginnen.
In tegenstelling tot andere eetstoornissen, ontvangen veel mensen met eetbuistoornis geen professionele hulp. Dit komt deels door stigma en een gebrek aan bewustzijn over de stoornis. Ondanks dat het vaak voorkomt, heeft slechts de helft van de mensen met eetbuistoornis ooit een poging gedaan om professionele hulp te zoeken.
Eetbuisstoornis gaat vaak gepaard met functionele beperkingen, waaronder emotionele en fysieke gezondheidsproblemen. Dit onderstreept het belang van bewustwording en toegang tot behandeling voor degenen die aan deze stoornis lijden.
Hoe vaak komt eetbuistoornis voor bij vrouwen ten opzichte van mannen?
Eetbuistoornis komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, maar beïnvloedt beide geslachten. Uit onderzoek van Udo en Grilo (2018) blijkt dat de kans op een levenslange en 12-maanden diagnose van eetbuistoornis veel hoger is bij vrouwen dan bij mannen, zelfs na correctie voor leeftijd, ras en inkomen. Dit verschil in prevalentie tussen geslachten kan deels verklaard worden door verschillen in sociale en culturele druk rondom lichaamsbeeld en eetgedrag.
Vrouwen ervaren vaak hogere druk om aan bepaalde schoonheidsidealen te voldoen, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van eetstoornissen zoals eetbuistoornis. Studies tonen aan dat eetbuistoornis bij volwassenen voorkomt, met geschatte percentages die aangeven dat een significant deel van de bevolking erdoor wordt getroffen. Hoewel eetbuistoornis beide geslachten treft, rapporteren vrouwen hogere percentages van de stoornis. Dit suggereert dat, hoewel mannen ook eetbuistoornis ervaren, vrouwen in grotere getalen worden getroffen.
Verlies van controle over eetgedrag, een kern kenmerk van eetbuistoornis, wordt door beide geslachten ervaren, maar de frequentie en de impact ervan kunnen variëren. Het is belangrijk om te erkennen dat eetbuistoornis ernstige gevolgen kan hebben, waaronder hogere risico’s op obesitas, mentale gezondheidsproblemen en incidentele sterfte. De studie van Udo en Grilo benadrukt de noodzaak voor gerichte preventie en behandeling die rekening houdt met de verschillen tussen geslachten in de prevalentie en ervaring van eetbuistoornis.
Wat is de prevalentie van eetbuistoornis bij kinderen?
Eetbuistoornis kan zich in de kindertijd ontwikkelen, hoewel het minder vaak op jonge leeftijd wordt gediagnosticeerd. Een studie van He, J., Cai, Z., & Fan, X. (2017) onderzocht de prevalentie van binge eating en het verlies van controle over eten bij kinderen en adolescenten met overgewicht en obesitas. Deze studie vond dat ongeveer 26,3% van deze groep aan eetbuistoornis lijdt. Dit toont aan dat, hoewel minder frequent vergeleken met stoornissen zoals anorexia en boulimia nervosa, eetbuistoornis aanzienlijk voorkomt bij jongeren, vooral bij degenen met gewichtsproblemen.
Hoe is het onderzoek naar eetbuistoornis in de loop der tijd geëvolueerd?
Onderzoek naar eetbuistoornis is aanzienlijk gevorderd, wat leidt tot een beter begrip van de oorzaken, symptomen en behandeling. Striegel-Moore & Franko (2003) benadrukken dat de eerste generatie epidemiologische studies naar eetbuistoornis beperkt was in reikwijdte en methodologie, met een focus op prevalentiecijfers en basisdemografische kenmerken.
De sleutelmijlpalen in het onderzoek omvatten de formele erkenning van eetbuistoornis als een opzichzelfstaande diagnose. Aanvankelijk beschreven onderzoekers zoals Stunkard het patroon van enorme hoeveelheden voedsel consumeren, vooral ‘s nachts, bij obese individuen. Dit gedrag werd gekenmerkt als een onregelmatig eetpatroon, significant gelinkt aan psychische stoornissen.
Uiteindelijk erkende de American Psychiatric Association eetbuistoornis formeel in hun Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, waardoor het een officiële psychiatrische diagnose werd. Deze erkenning zorgde voor een duidelijke definitie en criteria, wat onderzoek stimuleerde, bewustzijn creëerde, en de weg opende voor verzekeringsdekking voor therapie en behandeling.
De bredere maatschappelijke impact van eetbuistoornis omvat een groeiend bewustzijn van de complexiteit van eetstoornissen en de noodzaak voor gespecialiseerde behandelingsstrategieën. Dit heeft geleid tot de oprichting van belangenorganisaties en een grotere beschikbaarheid van informatie, waardoor mensen met eetbuistoornis betere toegang tot hulp krijgen.
Welke belangrijke mijlpalen hebben plaatsgevonden in het onderzoek naar eetbuistoornis?
Verschillende sleutelmijlpalen hebben het veld van onderzoek naar eetbuistoornis (Binge Eating Disorder) gevormd, waaronder de classificatie, behandelplannen en genetische studies. De term “Binge Eating Disorder” werd voor het eerst formeel erkend toen de American Psychiatric Association (APA) het opnam in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), waardoor eetbuistoornis een officiële diagnose werd. Deze erkenning maakte de weg vrij voor verzekeringsdekking en financiering voor onderzoek.
Eerdere studies, geleid door de Amerikaanse psychiater Albert Stunkard, merkten een patroon op bij obese individuen die grote hoeveelheden voedsel consumeerden tijdens onregelmatige eetbuien, zonder de compenserende gedragingen die kenmerkend zijn voor boulimia nervosa. Dit legde de basis voor het onderscheiden van eetbuistoornis als een unieke eetstoornis. Onderzoek heeft zich vervolgens gericht op het begrijpen van de oorzaken en meest effectieve behandelingen voor eetbuistoornis, waarbij de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie (CGT) werd bevestigd.
Amianto, F., Ottone, L., Daga, A., & Fassino, S. (2015) benadrukken dat de diagnose en behandelingsstrategieën voor eetbuistoornis verdere verkenning vereisen. Zij stellen psychologische behandelingen voor als eerste interventielijn en een multidisciplinaire, stapsgewijze zorgbehandeling als een veelbelovend behandelplan. Dit onderstreept de noodzaak van voortdurend onderzoek en ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden om individuen met eetbuistoornis effectief te ondersteunen.
Hoe beïnvloedt eetbuistoornis de samenleving?
Binge eating disorder (eetbuistoornis) heeft brede sociale, economische en gezondheidszorg implicaties. Volgens Marzilli, E., Cerniglia, L., & Cimino, S. (2018) lopen adolescenten met eetbuistoornis een verhoogd risico op negatieve gevolgen zoals obesitas, sociale problemen, middelengebruik, suïcidaliteit en andere psychologische moeilijkheden. Deze stoornis, gekenmerkt door episodes van overmatig eten zonder controle, beïnvloedt niet alleen het individu maar ook de samenleving als geheel.
Individuen met eetbuistoornis ervaren aanzienlijke sociale uitdagingen. De stoornis leidt vaak tot isolatie omdat eten in het geheim plaatsvindt en schaamte of schuldgevoelens over het eetgedrag overheersen. Dit kan leiden tot terugtrekking uit sociale activiteiten en een verminderde kwaliteit van relaties met vrienden en familie. De obsessie met eten en het lichaam kan ook romantische en casual relaties negatief beïnvloeden, resulterend in eenzaamheid en een gebrek aan sociale steun.
De maatschappelijke druk om slank te zijn, versterkt door media, draagt bij aan het gevoel van machteloosheid en emotionele nood, wat de stoornis verder kan verergeren. De economische last van eetbuistoornis is ook aanzienlijk. De aandoening draagt bij aan hogere gezondheidszorgkosten door de noodzaak van medische behandeling voor de fysieke en psychologische gevolgen.
Daarnaast kunnen de indirecte kosten, zoals verminderde arbeidsproductiviteit en hogere uitgaven aan voedsel, de economische druk op individuen en hun families verhogen. De maatschappij als geheel ervaart ook de impact door verhoogde gezondheidszorguitgaven en een verminderde productiviteit, wat de noodzaak onderstreept van doeltreffende behandelplannen en ondersteuningssystemen voor mensen met eetbuistoornis.
Welke sociale uitdagingen ervaren patiënten met een eetbuistoornis?
Patiënten met een eetbuistoornis ervaren vaak stigma, discriminatie en mentale uitdagingen. Volgens Steiger et al. (1999) zijn patiënten met eetbuistoornis bijzonder gevoelig voor sociale contacten, wat leidt tot verhoogde zelfkritiek en stemmingsverslechteringen na negatieve interacties. Deze gevoeligheid speelt een significante rol in de ervaring van sociale uitdagingen. Negatieve lichaamsbeelden en voedselgerelateerde oordelen versterken de angst voor sociale situaties, waardoor individuen zich terugtrekken. Dit isolement verergert gevoelens van schaamte en schuld, die vaak geheim worden gehouden.
De druk en het onbegrip vanuit de maatschappij over eetbuistoornis dragen bij aan de moeilijkheden die deze individuen ondervinden bij het aangaan en onderhouden van relaties. Sociale media spelen hierin ook een rol door het creëren van onrealistische lichaamsstandaarden, wat leidt tot een laag zelfbeeld en eetbuien kan uitlokken. Het gebrek aan begrip over de aandoening wordt vaak verward met een gebrek aan wilskracht, wat de discriminatie en uitsluiting verder versterkt.
Deze uitdagingen hebben ook een diepgaande impact op de kwaliteit van leven, waardoor het moeilijk wordt om goede copingmechanismen te ontwikkelen. De comorbiditeit met andere psychische stoornissen verhoogt de kwetsbaarheid voor negatieve sociale ervaringen, wat de cyclus van eetbuien en de daarmee gepaard gaande pijn en lijden versterkt. Het ontwikkelen van gezonde relaties en het vinden van effectieve copingstrategieën zijn essentieel voor herstel.
Wat is de economische last van eetbuistoornis?
Eetbuistoornis brengt hoge zorgkosten, productiviteitsverlies en financiële lasten met zich mee. Streatfeild et al. (2021) schatten dat deze stoornis in 2018-2019 verantwoordelijk was voor 30% van de totale economische kosten, ofwel $11,808 per persoon. De kosten omvatten verhoogde zorguitgaven door medische behandelingen en spoedeisende hulp, evenals economische verliezen door verminderde werkprestatie en arbeidsongeschiktheid. Dit benadrukt de noodzaak van gerichte beleidsmaatregelen om de impact van eetbuistoornis te verminderen.
Hoe verschilt eetbuistoornis van andere eetstoornissen?
Eetbuistoornis onderscheidt zich van andere eetstoornissen doordat het terugkerende eetbuien omvat zonder compenserend gedrag zoals braken of overmatige lichaamsbeweging. Dit type eetstoornis betreft voornamelijk het niet kunnen beheersen van de drang om te overeten, wat leidt tot gevoelens van schaamte of schuld. In tegenstelling tot mensen met boulimia, die na een eetbui compenserende maatregelen nemen om zich van de extra calorieën te ontdoen, ondernemen individuen met binge eating disorder geen dergelijke acties.
Anorexia nervosa wordt gekenmerkt door een extreme angst voor gewichtstoename en een vertekend lichaamsbeeld, wat resulteert in een gevaarlijk laag lichaamsgewicht door minimale voedselinname en soms overmatige lichaamsbeweging. Binge Eating Disorder (eetbuistoornis) daarentegen, betreft regelmatige eetbuien zonder de typische controleverlies over het eten, wat mensen van alle leeftijden kan beïnvloeden. Het onderscheidt zich door de afwezigheid van regelmatige compenserende gedragingen, wat een belangrijk verschil is met andere eetstoornissen.
Hoe wordt eetbuistoornis gedefinieerd?
Eetbuistoornis wordt gedefinieerd als een aandoening met terugkerende episodes van overmatige voedselconsumptie, gekenmerkt door stress en controleverlies. Het kenmerkt zich door frequent overeten in korte tijd, waarbij abnormaal grote hoeveelheden voedsel worden geconsumeerd zonder dat men zich kan beheersen. Mensen met eetbuistoornis voelen zich tijdens deze episodes machteloos en ervaren vaak schuld of schaamte achteraf. Het is een ernstige mentale ziekte die zowel fysieke als psychologische problemen met zich meebrengt.
Volgens onderzoek van Grucza, Przybeck, & Cloninger (2007) is eetbuistoornis geassocieerd met aanzienlijke beperkingen, psychiatrische comorbiditeit en obesitas, waardoor het obese individuen met psychologische problemen effectief onderscheidt van obese personen zonder dergelijke problemen. Dit onderstreept het belang van het herkennen van eetbuistoornis als meer dan alleen overeten; het is een complexe aandoening die specifieke behandeling vereist. Eetbuistoornis treft mensen van alle leeftijden, geslachten en achtergronden, waardoor het een veel voorkomende eetstoornis is.
Ondanks de ernst wordt het vaak niet herkend of onbehandeld gelaten, deels omdat overeten in sommige culturen als acceptabel of zelfs normaal wordt beschouwd. Effectieve behandeling van eetbuistoornis vereist een holistische benadering, gericht op zowel de psychologische aspecten als eventuele fysieke gezondheidsproblemen. Het herkennen van de ernst en impact van eetbuistoornis is cruciaal voor het bieden van de juiste ondersteuning.
Hoe verhoudt eetbuistoornis zich tot obesitas?
Terwijl eetbuistoornis vaak leidt tot gewichtstoename en obesitas, hebben niet alle personen met deze stoornis overgewicht. Burrows et al. (2017) benadrukken dat eetbuistoornis en voedselverslaving overlappen, waarbij beide toenemen over gewichtscategorieën. Deze relatie is complex en niet iedereen met eetbuistoornis wordt obees. Factoren zoals metabolisme, genetica en fysieke activiteit spelen een rol. Eetbuistoornis en obesitas delen risico’s zoals hart- en vaatziekten, type 2 diabetes, en verhoogde bloeddruk.
De ernst van de eetbuistoornis, gemeten aan de hand van de frequentie en hoeveelheid van eetbuien, is vaak gekoppeld aan een hogere Body Mass Index (BMI). Voedselverslaving, gekenmerkt door een oncontroleerbare drang naar bepaalde soorten voedsel, versterkt de kans op eetbuien en gewichtstoename. Het diagnosticeren en behandelen van eetbuistoornis vereist een begrip van de onderliggende psychologische factoren en de relatie met obesitas. Studies tonen aan dat een combinatie van cognitieve gedragstherapie en voedingsadvies effectief kan zijn.
Hoe wordt eetbuistoornis behandeld?
Behandeling voor eetbuistoornis omvat doorgaans een combinatie van therapie, medicatie en leefstijlveranderingen. Cognitieve gedragstherapie (CGT) is effectief; het helpt ongezonde denkpatronen te veranderen en biedt strategieën om met negatieve gevoelens om te gaan zonder te eten. Interpersoonlijke psychotherapie richt zich op onopgeloste persoonlijke problemen en conflicten die eetbuien kunnen uitlokken. Medicatie, zoals lisdexamfetamine voor matige tot ernstige eetbuistoornis, en antiseizure medicijnen zoals topiramaat, tonen potentie in het verminderen van de frequentie van eetbuien en het bevorderen van gewichtsverlies.
Antidepressiva kunnen ook worden ingezet, vooral als de eetbuistoornis gepaard gaat met depressie of angst. Leefstijlveranderingen, waaronder voedingseducatie en het herstellen van een normaal eetpatroon, zijn cruciaal. Groepstherapie biedt een ondersteunende omgeving waarin individuen hun zorgen en ervaringen openlijk kunnen delen. Brownley et al. (2014) benadrukken dat farmacologische behandelingen potentie tonen, maar dat meer onderzoek nodig is om hun succes te bevestigen en nieuwe therapeutische ontwikkelingen te verkennen.