Hospitalisatie is opname in een ziekenhuis voor behandeling, observatie of herstel. Het is nodig bij ernstige ziektes of complicaties waarbij thuiszorg ontoereikend is.
Anorexia leidt het vaakst tot ziekenhuisopname van alle eetstoornissen, door de ernstige lichamelijke gevolgen zoals ondervoeding en een extreem laag gewicht. Criteria voor hospitalisatie omvatten kritisch lage BMI, ernstige ondervoeding, vitale tekenen zoals lage bloeddruk en lichaamstemperatuur, en psychische problemen die intensieve zorg vereisen.
Onvrijwillige hospitalisatie vindt plaats als de patiënt een direct gevaar vormt voor zichzelf en vrijwillige zorg weigert. Dit vereist strikte juridische criteria en procedures, die per land verschillen.
Herstel in een kliniek wordt aanbevolen vóór hospitalisatie wanneer patiënten minder ernstige symptomen vertonen die ambulante behandeling toelaten. Dit kan hospitalisatie voorkomen of uitstellen door vroegtijdige interventie.
Welke eetstoornissen leiden het vaakst tot opname?
De eetstoornis die onder adolescenten het vaakst tot ziekenhuisopname leidt, is anorexia nervosa. Dit blijkt uit onderzoek van Cliffe et al. (2020) in “The International journal of eating disorders”, waarin wordt aangetoond dat suïcidepogingen die ziekenhuisopname vereisen, vaak voorkomen bij patiënten met eetstoornissen, waarbij anorexia nervosa het meest voorkomt. Bovendien verhogen comorbide psychiatrische ziekten het risico op ziekenhuisopname.
Anorexia nervosa kenmerkt zich door een extreme angst om aan te komen en een vertekend lichaamsbeeld, wat leidt tot een gevaarlijk laag lichaamsgewicht. Patiënten met deze stoornis beperken hun voedselinname aanzienlijk, wat vaak resulteert in ernstige ondervoeding en de noodzaak van medische interventie. De studie van Cliffe et al. analyseerde data van ziekenhuizen en vond dat adolescenten met anorexia nervosa een significant hoger risico lopen op ziekenhuisopname vergeleken met andere eetstoornissen zoals boulimia nervosa.
Boulimia nervosa, gekenmerkt door eetbuien gevolgd door compenserend gedrag zoals braken, leidt minder vaak tot ziekenhuisopname, deels omdat de fysieke gevolgen minder snel levensbedreigend zijn. Echter, de introductie van nieuwere diagnoses zoals de atypische eetstoornis heeft geleid tot een toename in ziekenhuisopnames, wat wijst op een grotere bewustwording en erkenning van de diversiteit binnen eetstoornissen.
Wat zijn de criteria voor een ziekenhuisopname voor anorexia?
Om voor anorexia opgenomen te worden, zijn er meerdere criteria die overwogen worden. Deze omvatten ernstige medische complicaties zoals bradycardie (lage hartslag), hypotensie (lage bloeddruk), hypothermie (lage lichaamstemperatuur), orthostatische veranderingen in bloeddruk of pols, elektrolytstoornissen, ECG-afwijkingen waaronder verlengd QTc-interval en aritmieën, naast ernstige ondervoeding of levercomplicaties.
Een significante daling van het gewicht, een lage Body Mass Index (BMI) die aanzienlijk onder het ideale of normale bereik voor leeftijd en geslacht valt, wordt ook vaak als criterium gebruikt. Patiënten die falen in poliklinische behandelingen, een onvermogen of weigering om een voedingsplan te volgen, oncontroleerbare eetstoornisgedragingen vertonen, of comorbide aandoeningen hebben die de eetstoornis verergeren zoals obsessief-compulsieve stoornis, kunnen eveneens in aanmerking komen voor ziekenhuisopname.
Vitale tekenen zoals hartslag onder de 40 bpm, bloeddrukwaarden die wijzen op acute risico’s, en lichaamstemperatuur onder de normale waarden worden strikt gemonitord. Dehydratie, elektrolytenimbalansen, en ontwikkelingsachterstanden door ondervoeding zijn ook belangrijke overwegingen.
Volgens het onderzoek van Zipfel et al. (2002) vertonen daghospitalisatieprogramma’s voor eetstoornissen overeenkomsten in multidisciplinair personeel en groepsbehandeling, maar bestaan er verschillen in inclusiecriteria en intensiteit van zorg tussen verschillende landen en gezondheidssystemen. Dit benadrukt het belang van klinisch oordeel en de noodzaak om meerdere factoren te overwegen die definitief aangeven wanneer ziekenhuisopname nodig is voor patiënten met anorexia.
Bij welk gewicht wordt je opgenomen voor anorexia?
Artsen overwegen vaak een BMI onder 17,5 bij volwassenen en aangepaste schalen voor adolescenten als indicatief voor anorexia, maar klinisch oordeel blijft cruciaal.
Specifiek onderzoek door Redgrave et al. (2015) in “The International Journal of Eating Disorders” toont aan dat patiënten met anorexia nervosa die werden gehospitaliseerd, gemiddeld minstens 1,8 kg onder hun doelgewicht zaten. Dit suggereert dat naast strikte cijfers, de mate van gewichtsverlies en de snelheid waarmee dit plaatsvindt, belangrijke overwegingen zijn.
Verhoogde medische risico’s, zoals verstoorde elektrolytenbalans en hartproblemen, spelen ook een sleutelrol bij de beslissing tot opname. Kortom, hoewel er geen enkelvoudig gewicht of BMI is dat ziekenhuisopname voor anorexia vereist, wordt een combinatie van factoren zoals klinische symptomen, gewichtsverlies en onderliggende medische risico’s in overweging genomen.
Moet je ernstig anorectisch zijn om ziekenhuisopname te overwegen?
Nee, je hoeft niet per se een ernstig geval van anorexia nervosa te zijn om ziekenhuisbehandeling te zoeken of nodig te hebben, maar professionele hulp in een revalidatie kliniek is vaak een betere eerste stap.
Volgens Nunes, P., Duarte-Silva, S., Brandão, I., & Roma-Torres, A. (2009) in European Psychiatry, is ziekenhuisopname voor eetstoornissen een laatste redmiddel. Dit volgt op poliklinische behandeling en moet gebaseerd zijn op medische, psychotherapeutische en psychosociale criteria, niet op gewicht.
Ziekenhuisopname wordt overwogen wanneer er sprake is van acute medische complicaties zoals ernstige ondervoeding, elektrolytenstoornissen, ECG-veranderingen, orgaandisfunctie of-falen, die niet ambulant kunnen worden behandeld.
In veel gevallen kan intensieve poliklinische of dagbehandeling, gericht op medisch herstel en het aanpakken van psychologische en gedragsmatige aspecten van de eetstoornis, effectief zijn en de noodzaak voor ziekenhuisopname verminderen.
Hoeveel gewicht moet je aankomen in het ziekenhuis om uit de gevarenzone te zijn?
Eetstoornis patiënten moeten over het algemeen meer dan 2 kg/m2 aankomen tot het liefst een BMI van 19 kg/m2. Dit blijkt uit het onderzoek van Hartmann, Wirth, & Zeeck (2007) waarbij falen bij ontslag uit de behandeling van anorexia nervosa gedefinieerd wordt als het verlaten met een BMI van minder dan 17,5 kg/m2 of een gewichtstoename van minder dan 2 kg/m2.
Redgrave, Schreyer, Coughlin, Fischer, Pletch, & Guarda (2021) benadrukken dat gehospitaliseerde patiënten met anorexia nervosa baat hebben bij het bereiken van een BMI van 19 kg/m2. Deze specifieke doelstellingen suggereren dat een BMI van 19 kg/m2 een gezonder, stabieler doel is, geassocieerd met betere langetermijnresultaten en een verminderd risico op terugval.
Het bereiken van een gezond gewicht is cruciaal voor het stabiliseren van lichamelijke functies, het verminderen van psychologische distress en het ondersteunen van een duurzaam herstel.
Het normaliseren van het gewicht verhoogt het zelfvertrouwen en helpt patiënten beter te participeren in behandelingen, wat essentieel is voor het verminderen van het risico op terugval en het bevorderen van gezonde eetgewoonten.
Bestaat er een onvrijwillige opname voor eetstoornissen?
Ja, er is onvrijwillige ziekenhuisopname beschikbaar voor ernstige gevallen van eetstoornissen wanneer patiënten vrijwillige behandeling weigeren ondanks dat ze in een levensbedreigende toestand verkeren.
Deze behandeling wordt vaak overwogen als laatste redmiddel, vooral wanneer het risico op ondervoeding en de ernst van de ziekte een directe bedreiging vormen voor het leven van de patiënt.
Onvrijwillige opname is wettelijk toegestaan onder bepaalde geestelijke gezondheidswetten die de bescherming van personen met een verminderd beslissingsvermogen benadrukken. Artsen en familieleden zijn soms verdeeld over deze aanpak, maar kunnen gezamenlijk besluiten tot onvrijwillige behandeling als alle andere opties zijn uitgeput.
De effectiviteit van onvrijwillige behandeling bij eetstoornissen is onderwerp van discussie. Studies suggereren dat gewichtsherstel op korte termijn kan worden bereikt, maar de langetermijnresultaten, vooral wat betreft psychologisch herstel en de kans op terugval, zijn minder duidelijk. Patiënten die onvrijwillig worden opgenomen, vertonen vaak weerstand tegen de behandeling, wat de complexiteit van hun herstelproces kan vergroten. Desondanks wordt onvrijwillige behandeling soms als noodzakelijk beschouwd om het leven van de patiënt te redden.
Juridische kaders rond onvrijwillige opname variëren per land en regio, maar vereisen doorgaans grondige beoordelingen van de medische en psychologische toestand van de patiënt, en een duidelijke documentatie van de weigering van vrijwillige zorg. De beslissing tot onvrijwillige opname wordt niet licht genomen en omvat vaak een multidisciplinair team van gezondheidszorgprofessionals, naast input van familieleden, om te zorgen voor de veiligheid en het welzijn van de patiënt.
Worden veel patiënten heropgenomen voor een eetstoornis?
Ja, veel patiënten worden opnieuw opgenomen voor een eetstoornis. Heropname komt vaak voor bij anorexia nervosa, waarbij de heropnameratio’s significant hoger liggen vergeleken met andere aandoeningen.
Studies tonen aan dat binnen een jaar na ontslag een aanzienlijk deel van de patiënten opnieuw wordt opgenomen. Factoren die bijdragen aan heropname omvatten ernstige ziekte bij initiële opname, onvoldoende gewichtstoename, en aanhoudende psychopathologie. Patiënten die herhaaldelijk worden opgenomen, vertonen vaak een slechtere klinische uitkomst en hebben een lagere Body Mass Index (BMI) bij opname dan patiënten die niet opnieuw worden opgenomen.
Informatie uit onderzoeken wijst op een hogere heropnameratio in Westerse landen vergeleken met Oost-Europese landen, wat kan wijzen op verschillen in behandelingsbenaderingen of toegankelijkheid van zorg.
Op welk niveau wordt klinische behandeling voor eetstoornissen aanbevolen?
Klinische behandeling voor eetstoornissen wordt typisch aanbevolen wanneer een hoger niveau van zorg en monitoring vereist is, verder dan ambulante therapie. Dit is vaak het geval als de eetstoornis ernstig de dagelijkse functie beïnvloedt, waaronder het vermogen om te werken, naar school te gaan, of sociale relaties te onderhouden. Indicaties voor een hoger zorgniveau omvatten niet adequaat reageren op ambulante behandelingen, medische complicaties, ernstige verstoring van het eetgedrag zoals frequent braken of vasten, en psychische comorbiditeiten.
Een intensievere behandeling, zoals in een eetstoornis kliniek of residentiële faciliteit, biedt een gestructureerde omgeving waar individuen dagelijks gemonitord worden. Dit omvat medische zorg, voedingsondersteuning, individuele therapie, groepstherapie en, in sommige gevallen, medicatiebeheer. Het doel is om de patiënt te stabiliseren, gezonde eetpatronen te herstellen en de onderliggende psychologische problemen aan te pakken.
De beslissing om over te gaan naar een hoger niveau van zorg wordt genomen op basis van een uitgebreide beoordeling door een multidisciplinair team, dat artsen, psychologen, voedingsdeskundigen en andere zorgverleners kan omvatten. Ze evalueren de ernst van de eetstoornis, medische risico’s, psychosociale factoren en de algemene gezondheidstoestand van de individu.
Bieden ziekenhuizen behandelopties aan zoals eetstoornis klinieken?
Ja, ziekenhuizen bieden vaak behandelopties voor eetstoornissen aan, zoals revalidatie. Deze opties variëren van intensieve klinische behandelingen tot ambulante zorg.
Ziekenhuizen richten zich typisch op ernstige gevallen waarbij patiënten acute symptomen vertonen die intensieve monitoring en therapeutische interventie vereisen. Echter, het onderzoek van Wiseman, C., Sunday, S., Klapper, F., Harris, W., & Halmi, K. (2001) in “The International journal of eating disorders” stelt dat de trend in ziekenhuisbehandeling voor eetstoornissen verschoven is van langdurige behandeling naar stabilisatie van acute episodes. Dit kan schadelijk zijn voor patiënten en kosteneffectiviteit ondermijnen.
Het is cruciaal om niet te wachten op hospitalisatie maar zelf actie te ondernemen door naar een kliniek te gaan. Behandelingen voor eetstoornissen omvatten een breed scala aan opties, waaronder residentiële revalidatieprogramma’s en ambulante diensten. Deze zijn ontworpen om patiënten te helpen met zowel de psychologische als de voedingsaspecten van hun aandoening. Een gepaste setting voor behandeling wordt bepaald op basis van de ernst en de specifieke behoeften van de individu.
Is intramurale ziekenhuisopname beter dan klinische behandeling voor eetstoornissen?
Beide niveaus van zorg hebben hun eigen voordelen en worden aanbevolen voor verschillende omstandigheden.
Intramurale ziekenhuisopname is geschikt voor patiënten met eetstoornissen die medisch intensieve zorg nodig hebben. Deze behandeling richt zich op het stabiliseren van ernstige medische complicaties veroorzaakt door de eetstoornis en vereist vaak ziekenhuisopname. Klinische zorg in een eetstoornis kliniek, daarentegen, is een stap lager dan inpatient behandeling en is gericht op patiënten die relatief medisch stabiel zijn maar nog steeds intensieve begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Deze zorgvorm biedt een gestructureerde omgeving met constante supervisie, gericht op het aanpakken van de psychologische aspecten van eetstoornissen en het herstellen van een gezond eetpatroon.
Volgens onderzoek van Kong, S. (2005) tonen dagbehandelingsprogramma’s voor patiënten met eetstoornissen grotere verbeteringen in psychologische symptomen, frequentie van bingen en purgeren, depressie en zelfwaardering vergeleken met traditionele poliklinische behandeling. Dit suggereert dat een gedeeltelijke hospitalisatie of dagbehandelingsprogramma, die elementen van zowel inpatient als residential care combineert, effectief kan zijn in bepaalde stadia van herstel.