Omgaan met eetstoornisgedachten in herstel

Gedachten over eetstoornissen kunnen worden gedefinieerd als afwijkende gedachten over voedsel, voeding en je lichaam. Deze verstoorde gedachten kunnen je gevoel van eigenwaarde aantasten en ervoor zorgen dat je je oude, ongeordende eetgewoonten gaat gebruiken. Ze kunnen worden uitgelokt door bepaalde mensen of gebeurtenissen, of kunnen zomaar in je hoofd opduiken.

Zulke gedachten heb je in het verleden waarschijnlijk vaak gehad en misschien hoopte je dat je ze niet meer zou hebben tijdens je herstel van een eetstoornis. Maar ze stoppen niet automatisch. Voor sommige mensen verdwijnen ze wel, maar voor anderen gewoon niet. Het verschil zit nu in hoe je ermee omgaat.

Eerst de gedachten herkennen en benoemen

Neem even de tijd om te erkennen dat de gedachten opdringerig zijn. Herinner jezelf eraan dat ze ongeordend en onwaar zijn. Articuleer precies wat je denkt, zoveel als je kunt. Als je iets in detail kunt beschrijven, kun je er beter mee omgaan.

In deze situaties kan het helpen om dingen op te schrijven of uit te praten. Pak pen en papier of bel een vertrouwde vriend. Probeer te begrijpen waar de gedachten vandaan komen, maar maak je geen zorgen als dat niet lukt. Soms is het onmogelijk om te zeggen, en je eerste prioriteit is nu om met de gedachte om te gaan.

Een gereedschapskist met antwoorden

Na verloop van tijd in je eetstoornisherstel leer je verschillende nieuwe manieren om op situaties te reageren. Deze zijn afkomstig van verschillende soorten therapie. Een goede manier om ze te zien is als de inhoud van een gereedschapskist, die volledig tot je beschikking staat. Als er een eetstoornis in je opkomt, denk dan na over je gereedschap en besluit welk gereedschap je gaat gebruiken.

Enkele van de nuttigste reacties op eetstoornisgedachten zijn:

  • Oefenen met aardingsoefeningen
  • Je denken uitdagen
  • Je gedachten externaliseren

Aardingsoefeningen

Doe wat eenvoudige lichamelijke oefeningen die je gronden en kalmeren. Denk aan focussen op diep ademhalen, de sensaties om je heen opmerken, koel water op je gezicht spetteren, luisteren naar rustgevende muziek of iets anders dat je ontspant.

Daag je denken uit

De geldigheid van je gedachten in twijfel trekken is een nuttige techniek van Cognitieve Gedragstherapie (CGT). Vraag jezelf af of er enig bewijs is voor de gedachte (als ik die maaltijd eet, zal ik dan echt aankomen?) of controleer dit door het aan iemand anders te vragen.

Probeer dan een alternatieve, geldige gedachte te formuleren. Vervang “ik zal aankomen als ik die maaltijd eet” door iets als “mijn lichaam zal gevoed worden als ik die maaltijd eet.” Je zou zelfs kunnen proberen om je eetstoornisgedachten op de ene helft van een stuk papier te schrijven en je vervangende gedachten op de andere helft.

Externaliseer je gedachten

Externaliseren wordt gebruikt in Acceptatie- en Commitmenttherapie (ACT). Laat je eetstoornis niet je identiteit zijn. Wanneer je dit verstoorde denken ervaart, neem er dan afstand van. In plaats van te zeggen “ik denk dat …” zeg je “mijn eetstoornishoofd zegt me dat …”. Op deze manier neem je de macht weg van die schadelijke stem en geeft je die terug aan jezelf. Onthoud dat je zoveel meer bent dan je eetstoornis. Altijd.

Oefen STOP-ping en ACCEPTS-ance

In Dialectische Gedragstherapie (DGT) leer je de STOP ACCEPTS vaardighedensets, als onderdeel van het verhogen van je distress tolerantie. Ze brengen de hierboven beschreven technieken samen in één handig pakket. Je zou kunnen zeggen dat deze vaardigheden een soort Zwitsers zakmes zijn voor eetstoornisherstel.

STOP

STOP staat voor:

  • S – Stop: Bevries en stop met wat je aan het doen bent.
  • T – Neem een stap Terug: Neem even de tijd en haal adem.
  • O – Observeren: Let op de situatie, inclusief wat anderen doen en wat je voelt.
  • P – Laat de situatie Passeren en ga door: Bedenk hoe je de situatie wilt aanpakken.

ACCEPTS

ACCEPTS staat voor:

  • A – Activities: Doe eenvoudige, afleidende activiteiten. Maak een wandeling, kleur een tekening of doe de afwas.
  • C – Contribute: Doe iets voor anderen. Dit kan zo klein zijn als iemand een knuffel geven, of zo groot als vrijwilligerswerk
  • C – Compare: Vergelijk jezelf nu met voor je herstel. Neem een moment om te waarderen hoe ver je bent gekomen.
  • E – Emoties: Roep een nieuwe emotie bij jezelf op door naar een vrolijk liedje te luisteren of naar een grappige film te kijken.
  • P – Push: Zet de opdringerige gedachte even opzij. Sommige mensen visualiseren het in een doos stoppen. Dit betekent niet dat je er niet mee om zult gaan; het betekent alleen dat je rustiger wilt zijn wanneer je dat doet.
  • T – Think: Net als activiteiten kunnen gedachten je helpen afleiden. Leid je gedachten af van ongeordend eten; tel iets, praat met iemand of zing een liedje.
  • S – Sensaties: Laat je fysieke lichaam iets goeds voelen. Neem een warm bad, ruik aan lavendel of loop op blote voeten over gras.

Wees aardig en geduldig met jezelf

Herstel van een eetstoornis is niet lineair en kost tijd. Je hebt de ziekte niet van de ene op de andere dag ontwikkeld, dus je zult er ook niet op die manier van genezen. Wees geduldig en zachtaardig voor jezelf. Beoefen vriendelijkheid en zelfcompassie. Het feit dat je probeert om te gaan met deze gedachten laat zien hoe moedig en vastberaden je bent. Vergeet dat niet te erkennen.